Beste lid, beste sympathisant, Zondag 29 maart 2020.

Gepost door Jean-Pierre op 31 maart 2020.

 

 

Goede moed wil ik aan je toewensen in deze moeilijke tijd! Vanuit mijn cel in Brugge wil ik je een woordje moed toezeggen want ik weet uit ervaring hoe moeilijk het soms kan zijn afgezonderd te leven van al je gewoonlijke contacten voor een vrij lange periode. Ik hoop dat dit je niet te zwaar valt. Afzondering heeft iets bijzonders. Het kan je de ‘indruk’ geven niet meer in verbondenheid te leven. Je krijgt de ‘indruk’ onproductief te zijn, zelfs mensen helpen kan je niet.

Toch kan deze ‘Coronatijd’, deze tijd van afzondering, een kans zijn om menselijk en geestelijk vooruitgang te boeken. Nu ben je wel verplicht om in je ‘kot’ te verblijven en het met jezelf uit te houden. Je kan niet weglopen van jezelf en voor God. Als je het uit kunt houden in je ‘kot’ dan kan je weer het evenwicht terugvinden.

Iemand zei eens tegen een oude monnik: ‘ik word gekweld door gedachten die mij zeggen: je kunt niet vasten en je kunt niet werken. Ga dan tenminste zieken bezoeken, want ook dat is een dat van liefde’. De oude man antwoordde: ‘Ga naar je cel, eet, drink en slaap en werk niet. Maar verlaat in geen geval je cel!’ Je hoeft helemaal dus geen ascese te beoefenen. Je hoeft ook niet te bidden, als je maar in je ‘kot’ blijft en je je confronteert met de chaos in je binnenste en biedt weerstand aan de verleiding ervan weg te lopen.

Al word je door gedachten bestormd, blijf roerloos. Hou stand en doe zoals de monnik die niet in zijn cel blijft omdat hij denkt dat hij beter is dan de mensen in de wereld. Hij trekt zich terug in zijn cel om de wereld te beschermen tegen zichzelf, als een soort van spirituele milieubescherming. Want daar in zijn cel bevrijdt hij de wereld van wrok en drift en zorgt op die manier voor een stukje zuivere lucht, een atmosfeer van liefde en barmhartigheid.

In je ‘kot’ blijven, het uithouden met jezelf, is dus een voorwaarde voor geestelijke vooruitgang maar ook voor menselijke rijpheid. Een mens is nooit rijp als hij niet de moed opgebracht heeft het met zichzelf uit te houden en de waarheid over zichzelf onder ogen te zien.

In je ‘kot’ blijven beoogt twee aspecten: de zelfkennis en het volkomen gericht zijn op God. Wat verborgen blijft voor de mensen dat is het wat je op het spoor komt: het geringschatten van jezelf, je strijd tegen slechte gedachten, je zachtmoedigheid, het nadenken over de dood en je nederigheid van hart, fundament van alle goeds.

Confrontatie met jezelf is een voorwaarde voor een ontmoeting met God. Er is geen mogelijkheid meer om te vluchten in vrome gedachten men moet wel zijn eigen gedachten onder ogen zien. Je slaat de menselijke realiteit niet over. Wanneer ik in mijn cel blijf zonder iets te doen, zonder vrome gedachten te koesteren, zonder iets te lezen, dan merk ik wat echt is. Ik kan mijzelf niets meer wijs maken, noch over mezelf, noch over mijn relatie tot God. Deze waarheid is onverbiddelijk maar ook bevrijdend. Zo test ik of mijn leven in orde is, of mijn godsbeeld klopt en of mijn liefde tot God echt is. God drijft me inhet nauw en trekt alles in twijfel wat ik bedacht heb over Hem en over mijn leven.

Je ‘kot’ kan je hemel worden waar je vertrouwelijk kunt praten met God en waar God zijn tegenwoordigheid omhult. Het is ook de ruimte waar je gezond kunt worden want

God zelf woont erin.

Ik hoop dat deze bedenking je verder kan helpen in deze tijd.

Goede moed! en Gods zegen +

P. Martin

 

 

A. Grün, ‘De hemel begint in jezelf’, De wijsheid van de woestijnvaders voor mensen van vandaag, Averbode, p. 30.

Idem, p. 33