MEDITATIE BIJ WITTE DONDERDAG P.Paul De Bois OCD
+
Witte Donderdag is een avond van krachtige daden. Dagen die voor zich spreken. De liturgie, vandaag, kent twee sterke tekenen, de eucharistie en de voetwassing. Met deze twee gebaren wordt “de gezindheid die was in Christus Jezus” weergegeven. Met deze tekenen getuigt Hij van zijn gegeven zijn aan zijn Vader en gegeven voor de mensen.
Jezus heeft tijdens zijn leven vaak mensen rond zich samengebracht. Hij heeft met hen gegeten en gefeest. Brood en wijn zijn tekenen van leven en van feest. In de ‘normale’ vieringen van Witte Donderdag komt dit aspect volop tot uiting. De liturgie is er dan elk jaar een van wat ingehouden feeststemming. Nog niet de uitbundigheid van Pasen, maar wel feestelijk … met Jezus loven en danken we om het brood dat leven geeft en om de wijn van vreugd.
Broeders, dit is eigenlijk dit jaar niet anders! Ook nu wil Jezus voedsel zijn voor de mensen.
Maar dit jaar voelen we toch een spanning: we vieren zonder medegelovigen, niet in onze mooie kloosterkerk, maar onder elkaar en in de kapel. Én in het besef dat de meeste gelovigen vandaag de communie niet zullen ontvangen. Meer dan ooit weten we ons met hen verbonden. Vragen we doorheen deze viering dat de Heer hen nabij is en geestelijk voedsel mag zijn.
Witte Donderdag is ook een avond vol spanning omwille van het dreigende verraad. De spanning is vooral groot, omwille van Jezus zelf, die weet dat zijn uur is gekomen en die nu een laatste keer met zijn leerlingen samen is om het paasmaal te vieren.
Daar bereikt het leven van Jezus een hoogtepunt. Bij dit paasmaal stond de aanwezigen het beeld voor ogen van de Israëlieten in Egypte, klaar voor de Uittocht. (Eerste lezing) Zij denken aan de God van het Verbond.
De avond van Witte Donderdag is vol herinneringen. Of wij vanavond eucharistie vieren in een lege kathedraal, in een lege parochiekerk of huiskapel in het klooster, of thuis “nog steeds in ons kot moeten blijven” wij zijn bij het verdrukte volk in Egypte en we zijn in de bovenzaal te Jeruzalem bij Jezus en zijn apostelen. Ik denk op dit moment aan de vele vieringen van Witte Donderdag die we samen met velen mochten vieren. Samen met mij voelen jullie vanavond wellicht ook de pijn dat wereldwijd zovele christenen de eucharistie niet kunnen komen vieren in de hun vertrouwde kerken.
In Witte Donderdag steekt beweging: “Nemen, danken, breken, spreken” (1 Kor. 11,23-26); “opstaan, afleggen, gieten, wassen, afdrogen, spreken, aantrekken” (Joh. 13,24). Beweging hoort bij Jezus: Hij komt van de Vader en gaat naar de Vader terug. Het is de weg van ontlediging en verheffing. De voetwassing brengt de hymne uit de Filipenzenbrief over de ontlediging in beeld:
Hij die de gestalte van God» had, hield» zijn gelijkheid aan God» niet vast», maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte» aan van een slaaf» en werd gelijk aan een mens. En als mens verschenen, heeft hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis. Daarom heeft God hem hoog verheven en hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat, opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen», in de hemel, op de aarde en onder de aarde, en elke tong zal belijden»: ‘Jezus Christus is Heer,’ tot eer van God, de Vader.
Jezus legt alle macht en luister af en dient ons mensen alsof hij huisslaaf is. Mattheüs, Marcus en Lucas verhalen in hun evangelie de instelling van de eucharistie, terwijl Johannes de diepe betekenis aangeeft van de voetwassing. Jezus treedt daarin naar voren als de leraar van gemeenschap en dienstbaarheid.
De voetwassing vat samen wie Jezus wil: de Mensenzoon niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen. Petrus protesteert. Maar Jezus nodigt Petrus uit te geloven dat God zich heel diep kan buigen voor een mens. Een dienst aanvaarden kan lastig zijn. Wij krijgen op Witte Donderdag tekenen, waarin God heel klein wordt: een dienaar die de voeten van anderen wast, ja brood, waar alle goddelijke glans uit verdwijnt.
Jezus toont een God, die zich wegcijfert. God werd mens in Jezus en leverde zich over aan mensen. Hij is een God met wonden en kwetsuren, een God die lijdt. God, die heel zeker, op vandaag ook mee lijdt met zovele mensen die ziek zijn, die vechten om het leven. God die mee dienstbaar is in de ongelooflijke inzet van velen deze dagen.
Eucharistie en voetwassing mogen we niet losmaken van elkaar. Jezus koos voor dienst en zorg. Bij het Laatste Avondmaal stond Jezus van tafel op en legde zijn bovenkleed af. Is het in deze dagen moeilijk om voluit de sacramenten te vieren…dan toont de pandemie waaronder we in verbondenheid met alle mensen gebukt gaan me toch heel uitdrukkelijk dat andere aspect van kerk-zijn: de diaconie … het zorg dragen, het dienstbaar zijn aan elkaar. Ook dat is in de navolging van Christus gaan staan. Ik moet denken aan de uitspraak: “Als de Kerk niet dient, dient ze tot niets”. (Mgr. Jacques Gaillot)
Na de instellingswoorden zegt de voorganger van de eucharistie: “Verkondigen we het mysterie van ons geloof”. We antwoorden: “Heer Jezus, wij verkondigen uw dood en wij belijden tot Gij wederkomt, dat Gij verrezen zijt”. “Totdat Hij komt” (1 Kor. 11,26) betekent dat wanneer we deelnemen aan de eucharistie, of ons aansluiten bij de viering van de eucharistie, we bereid zijn ons leven te veranderen naar de gezindheid die was in Christus Jezus. De eucharistie voedt ons op onze levenstocht.
o.a.m.d.g.
P.Paul De Bois OCD