Zr. Benedicta a cruce - Edith Stein

Gepost door Paul op 09 augustus 2021.
 DOOR EEN STILLE KARMELIET

Goedheid, waarheid en vertrouwen

Op negen augustus is het de feestelijke  gedachtenis van de Duitse heilige Edith Stein, co-patrones van Europa. Zij werd geboren in 1891 uit een joodse familie en, in haar jeugd atheïste geworden, volgde zij een filosofische opleiding. Zij doctoreerde en bleef hartstochtelijk naar de waarheid zoeken.

Die Waarheid, zegt ze zelf, vond ze bij het lezen van de autobiografie van de heilige Teresa van Jezus/Avila, mystica en stichteres van de ongeschoeide Karmel. Uitleg gaf ze er niet bij: “Mijn geheim is mijn geheim.” Toch mogen wij er zeker iets van haar vermoeden, mede door haar geschriften.

Ze liet zich dopen op 1 januari 1922, werd lesgeefster onder andere op een school van dominicanessen, terwijl zij graag de liturgie volgde in de benedictijnenabdij van Beuron. Toen ze de roep van het kloosterleven niet langer meer kon tegenhouden, want zij zag haar moeder graag die echter haar christelijk geloof niet kon begrijpen, koos ze toch voor de Karmel: in Keulen. Betekenisvol was haar zelfgekozen kloosternaam: zuster Teresa Benedicta van het Kruis.

Ook in de Karmel mocht ze intellectueel werd doen: schrijven. Toch was zij geen eenzijdig intellectuele, want zij werd omwille van haar goed hart en hulpvaardigheid, en haar oprechte godsvrucht, graag gezien door haar medezusters. Dat was zo ook reeds toen zij studente was, toen zij in de Eerste Wereldoorlog verpleegster was, toen zij lesgeefster was. Haar hart was van Jezus “en wel als gekruisigd”. Want vanaf het begin vermoedde zij het gevaarlijke van het Nazisme en ze heeft er zelfs Paus Pius XI over aangeschreven. Die schreef er een encycliek over: “Mit brennender Sorge”, waarvan de hoofdauteur kardinaal Eugenio Pacelli was, de latere Paus Pius XII.

Inderdaad hield dit schrikbewind een meedogenloze vervolging in van joden en andere mensen. Vanuit de Karmel van Keulen ging zij naar de veiliger Karmel van Echt in Nederlands Limburg. Maar zij en haar zus Rosa, ook katholiek geworden en derde-ordeling, konden er niet aan ontsnappen. Wellicht wou ze dat ook niet, want wou ze én als joodse én als christen niet leven in de Waarheid? Kort na haar aankomst in het concentratiekamp van Auschwitz-Birkenau op 9 augustus 1942 werd ze vergast, richting hemel…

Haar laatste werk zou gaan over de heilige Jan van het Kruis: in 1942 een ‘eeuwfeestjaar’ in oorlogstijd. Het kreeg de titel mee: “Wetenschap van het Kruis”; zij kon het niet afwerken.  Weliswaar schrijft zij in een kamp in een briefje: “Ik ben met alles tevreden. De ‘wetenschap van het kruis’ verwerft men slechts, als men dit kruis grondig begint te ondervinden. Hiervan was ik van het eerste ogenblik overtuigd, en heb van harte gezegd: “Ave Crux, spes unica – Gegroet kruis, mijn enige hoop”. Toch schrijft zij ook: “Het kruis is niet doel op zich, het rijst omhoog en wijst naar boven.”.

1) “Van in mijn prilste jeugd wist ik dat goedheid belangrijker is dan verstand.”

2) “Wie in de diepte leeft, ziet alles in zijn geheel.”

3) “Ik weet me vastgehouden (door God) en vind daarin rust en zekerheid. Niet de zelfverzekerde zekerheid van de man die uit eigen kracht vast op de grond staat, maar de zoete en zalige zekerheid die – zakelijk gezien – niet minder verstandig is. Of zou het kind verstandig zijn als het voortdurend in angst leeft, dat moeder het zou laten vallen?”

4) “Wie de Waarheid zoekt, zoekt God, of men dat nu beseft of niet.” (1)

Moge haar blijvende voorspraak, ons zo bemoedigen anno vandaag. In goedheid, waarheid en vertrouwen…

*

( 1) Dit schreef zij aan een benedictines, die dus ‘dubbel gezegend’ was. Het doet mijmeren:

Ontmoeting met de Waarheid is… ontmoeting met het ware diepe Leven, die daartoe zelf onze Weg geworden is.