Skip to content

Gebedsavond 1 augustus 2024 : teksten van Teresa van Avila, Edith Stein, zr. Elisabeth

Gebedsavond 1 augustus 2024 : teksten van Teresa van Avila, Edith Stein, zr. Elisabeth

Onze God is een God die verlost,
De Heer onze God ontrukt aan de dood.

De avond voor Zijn lijden heeft Jezus in de hof van Olijven uren van doodstrijd doorstaan omwille van ons. Wij mogen een uur bij Hem waken uit dankbaarheid voor wat Hij voor ons deed en leed. In het vooruitzicht op het hoogfeest van O.L.Vrouw willen wij eerst de glorierijke geheimen overwegen.

 

1: Jezus verrijst uit de doden. Doorheen de muren komt Hij de verblijfplaats van de leerlingen binnen, toont Zijn handen en zegt: Vrede zij U. Hij geneest de wonden van hun hart en herstelt de pijn van hun Goede Vrijdag. Bidden wij voor mensen die opgesloten zitten in zichzelf, in de pijn die hen is aangedaan, in onmacht, angst en verdriet.

2: Jezus stijgt op naar de hemel, naar zijn Vader en onze Vader. Als een medelijdend en trouw hogepriester behartigt Hij onze belangen bij God om voor ons genade te bekomen, barmhartigheid en tijdige hulp. We mogen elkaar dragen in dit geloof en in onderlinge liefde.

 3: De heilige Geest daalt neer over de apostelen. Jezus had gezegd: ‘Het is goed voor u dat Ik heenga, anders kan de Helper niet komen. Blijft in de stad totdat je zal zijn toegerust met kracht uit den hoge.’ Bange apostelen worden dappere verkondigers, die niet meer leven voor zichzelf, maar voor de Heer en die in staat zijn meer gehoor te geven aan God dan aan mensen. Vragen wij aan Maria de genade dat wij ons in alles zouden laten leiden door de heilige Geest. 

4: Maria wordt met ziel en lichaam opgenomen in de hemel. Nu reeds mag zij delen in de verrijzenis van haar Zoon. Ook wij mogen toeleven naar het moment waarop wij zullen worden opgenomen in de hemel, wetend dat het lijden van deze tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid waarvan ons de openbaring te wachten staat. Bidden wij om bevrijding en verlossing voor mensen die leven in verdrukking. 

5: Maria wordt gekroond in de hemel. Wie zichzelf vernedert zal verheven worden. God doet grote dingen aan kleine mensen. We kunnen bidden om genade van bevrijding voor mensen die gevangen zitten in de boeien van het kwaad en om de doorbraak van Gods Rijk in deze moeilijke tijd. 

 

 

Uit de Weg van Volmaaktheid van Teresa van Avila, waarin zij haar zusters innerlijk leert bidden vanuit het Onze Vader: 

Veronderstel dat Gods wil op aarde zal geschieden zoals in de hemel of wij dit willen of niet. O God, wat is het heerlijk voor mij te bedenken dat U de vervulling van uw wil nooit aan mijn ellendige omzichtigheid overliet! Wees voor altijd gezegend en dat al het geschapene U love! Uw Naam worde voor altijd verheerlijkt! In wat voor toestand zou ik mij bevinden, Heer, indien het van mij zou afhangen of uw wil vervuld werd of niet. Vandaag vertrouw ik U in alle vrijheid mijn wil toe, hoewel niet belangeloos, want na een lange ervaring is me bewezen hoe nuttig het is mijn wil heel en al aan de Uwe te onderwerpen. Hoe meer wij door onze daden bewijzen dat de woorden die wij uitspreken geen beleefdheidsformules zijn, hoe dichter de Heer ons naar Zich toehaalt, hoe hoger Hij onze ziel verheft boven alle aardse dingen en boven haarzelf, om haar waardig te maken zulke grote gunsten te ontvangen. Hij wordt niet moe onze gave reeds in dit leven te belonen. En terwijl wij niet meer weten wat te vragen, raakt zijne Majesteit niet uitgeput te geven. Want niet alleen tevreden de ziel met wie Hij zich verenigde in Zich op te nemen, begint Hij haar te behandelen met grote vertrouwelijkheid en haar zijn geheimen te ontsluieren; Hij vindt er genoegen in haar te tonen wat zij erbij gewonnen heeft door zich aan Hem te geven, Hij ontsluiert haar iets van wat Hij haar nog voorbehoudt. Dan betoont de Heer haar zo’n tedere vriendschap dat Hij haar niet alleen het gebruik van haar wil terug schenkt, maar haar zelfs de beschikking geeft over zijn eigen wil.    In de uiterste genegenheid die Hij haar toedraagt, vindt de Heer er soms zijn behagen in de ziel op haar beurt te laten gebieden en te doen wat zij Hem vraagt, zoals zij doet wat Hij haar vraagt. Hij doet dat heel wat beter dan zijzelf, want Hij is almachtig. Hij vermag al wat Hij wil en houdt nooit op te willen. De arme ziel komt er ondanks alles niet toe te doen wat zij zou willen. Zonder Gods hulp is alles haar onmogelijk. Het is haar grootste rijkdom meer schulden op zich te laden naarmate zij dienstbaarder is. Vanuit haar verlangen iets van haar schulden terug te betalen wordt zij ontmoedigd als zij ziet hoeveel hindernissen, zorgen en lasten dit leven kent. Maar het is niet nodig zich te laten ontmoedigen, want als zij alles zou doen waartoe zij in staat is, dan nog kan zij enkel geven wat zij mocht ontvangen. Er blijft niets anders over dan onze onmacht te erkennen en zo goed mogelijk het enige te doen wat in ons vermogen ligt, en dit is: onze eigen wil aan God te geven. Alleen de nederigheid is tot iets in staat. Niet de nederigheid die wij door ons denken proberen te bereiken, maar wel deze die voortkomt uit een straling van de waarheid, zodat men in één oogwenk begrijpt wat de verbeelding na lange jaren niet zou kunnen inzien: nl. dat wijzelf niets zijn en dat God alles is. Laten wij in eenvoud zeggen en met de nederigheid die alles overwint: Uw wil geschiede, Heer, uw wil geschiede.

 

 

Voor de aanbidding laten we ons helpen door enkele teksten van Edith Stein die wij op 9 augustus vieren en één van zr. Elisabeth. 

Het hart van de Drie-eenheid klopt voor ons in het tabernakel waar U verborgen woont zo mysterieus in die kleine witte hostie doordrongen van stilte. Met vreugde ziet U mij er heel dichtbij komen. Uw blik vol liefde laat U versmelten in de mijne en U neigt uw oor naar mijn zacht spreken. U vervult de diepte van mijn hart met uw vrede. En toch kan uw liefde niet tevreden zijn met die uitwisseling die ons nog gescheiden houdt, het verlangen van uw Hart vraagt om meer. U komt als voedsel voor mij, iedere dag en uw Lichaam en uw Bloed zijn voor mij wijn en feestmaal. Een verbazingwekkend wonder dat U daar vervult. Uw Lichaam doordringt mysterieus het mijne en ook uw Ziel komt zich met de mijne verenigen. Ik ben dan niet meer wat ik tevoren was. (Edith Stein)

Heer, als alles in het honderd loopt, als het heden zo’n pijn doet en de toekomst er nog somberder uitziet, leer ons dan onze ogen te sluiten en ons als een kind over te geven in uw armen en te vertrouwen dat U ons omringt met uw liefde. Sterk ons geloof dat U niets anders wil dan ons steeds verder binnenleiden in U. Help ons zowel vreugde als pijn aanvaarden als rechtstreeks komend uit uw hand, uit uw liefde. (zr. Elisabeth)

Heer, laat mij blind de wegen gaan die de uwe zijn. Ik wil uw leiding niet verstaan, ik ben uw kind, zo klein. U bent God, mijn Vader, Vader van de wijsheid. Al voert mijn weg ook door de nacht, U brengt mij nader in uw nabijheid. Heer, laat geschieden alles wat U wilt, ik ben bereid; ook als U nooit mijn verlangen stilt, in deze tijd. Want U bent Heer, ook van de tijd; het wanneer behoort alleen aan U. O schenk me eens het eeuwig nu. Doe alles zoals U het bedenkt, in uw liefdevol verlossingsplan. En als U stil ten offer wenkt, maak dan, Heer, dat ik het kan. Leer mij nooit meer toe te geven, aan dat kleine ik van mij. Dat ik enkel nog mag leven, stervend aan mijn ik voorbij. (Edith Stein)