Skip to content
Homilie

Homilie Pater Paul De Bois 4 februari 2024 : 5de zondag door het Jaar B

In het stukje evangelie van vandaag krijgen we het verloop van een dag in Kafarnaüm.

Homilie Pater Paul De Bois 4 februari 2024 : 5de zondag door het Jaar B

Je kent wellicht wel de televisiereeks: ‘Het leven zoals het is’. Waarbij de camera mensen volgt bij hun dagelijks werk en leven. Het geeft soms een goede inkijk.



Zulke programma’s bestaan natuurlijk niet over Jezus. Geen enkele cameraman heeft Jezus een dag gevolgd. We moeten het doen met het geschreven woord.


 In het stukje evangelie van vandaag krijgen we het verloop van een dag in Kafarnaüm.


De evangelist Marcus vertelt ons daarover en schetst zo het begin van Jezus’ zending met zijn leerlingen. Wat onmiddellijk duidelijk wordt: Jezus is niet gekomen omwille van zichzelf, maar om licht/redder te zijn van de mensen.



In het huis van Petrus wordt Jezus geraakt door de zieke schoonmoeder van Petrus. Hij geeft haar de hand en doet haar opstaan. Dit geeft haar kracht en de tekst zegt “zij bediende hen”. De evangelist gebruikt de term ‘diakonia’: genezen worden betekent wegkomen van je egocentrisme en je ten dienst stellen van het Evangelie en van de mensen rondom je.


 
Je ten dienste stellen van het Evangelie betekent niet dat we daarom te pas en te onpas moeten getuigen van ons geloof, maar wanneer men er ons om vraagt moeten we het ook niet verzwijgen.
 


Wat in deze tekst ook opvalt: men brengt vele, vooral zieke, mensen bij Jezus. Meteen van bij het begin van Jezus optreden is duidelijk wat Hij van zijn volgelingen verwacht: dat ook wij, net als Jezus, mensen met een luisterend oor moeten zijn en die zonder vooroordelen luisteren naar het verhaal van medemensen.
 


En dan, na het vermelden dat een menigte mensen Jezus kwam opzoeken neemt de tekst een wat verrassende wending: “Vroeg, nog diep in de nacht, stond Hij op, ging naar buiten en begaf zich naar een eenzame plaats, waar Hij bleef bidden”.
 


Bij het lezen van deze zin uit het evangelie van vandaag moest ik denken aan wat ik ooit gelezen heb bij Willem van Saint-Thierry (middeleeuws cisterciënzer en theoloog in de school van Bernardus van Clairvaux) : “In de volstrekte stilte en eenzaamheid wordt de mens op aangrijpende manier verbonden met God, de enig nog aanwezige. ‘Nooit ben ik minder alleen dan wanneer ik alleen ben”.
 


De stilte is gunstig voor het gebed. Jezus had een heel drukke dag gehad. Hij was in de synagoog van Kafarnaüm geweest. Hij had er indruk gemaakt door zijn manier van optreden. Hij was in het huis van Simon geweest. Hij had er de schoonmoeder van Petrus genezen. Hij had daar gegeten en nadien veel zieken ontmoet en demonen uitgedreven. Hij trekt dan naar een eenzame plaats om er te bidden (Mc. 1,35). 
 


Zo brengt Marcus ons een andere trek van Jezus onder de aandacht: namelijk het gebed van Jezus. Het is duidelijk: bij Jezus horen zijn gebed en de opdracht tot verkondiging samen.
 


Wanneer je de vier Evangelies eens rustig na elkaar zou doorlezen, dan zal je merken hoe de vier evangelisten telkens weer ook dat aspect van Jezus belichten: de biddende Jezus. Jezus die we bezig zien te midden van vele mensen, maar ook Jezus die houdt van de stilte en de eenzaamheid.
 


Goede vrienden, die beide aspecten maken mensen tot op vandaag ‘volgelingen van Jezus’.
 


De 19e eeuwse Deense filosoof Søren Kierkegaard schrijft daarover het volgende: “Naarmate mijn gebed deemoediger en innerlijker werd, had ik steeds minder te zeggen. Uiteindelijk werd ik helemaal stil. Ik werd, wat misschien een nog groter contrast is met praten, ik werd een luisteraar. Eerst dacht ik dat bidden praten was. Maar ik leerde dat bidden niet alleen zwijgen is, maar ook luisteren. Dat is hoe het is: Bidden is niet jezelf horen praten. Bidden betekent stil worden en stil zijn en wachten tot de persoon die bidt God hoort.”
 


“Ik ontdekte dat ik minder en minder te zeggen had, tot ik uiteindelijk stil werd en begon te luisteren. En in die stilte hoorde ik de stem van God.”
 


Ik vermoed dat het ook dit is wat Job, uit de eerste lezing, rechtop houdt: te midden van al zijn ellende blijft Job op God vertrouwen. Ook het evangelie wijst die weg aan.
 


Een weg die we misschien veel te weinig gaan. Een weg die ons nochtans, net als Jezus, direct naar onze Schepper, naar onze Vader leidt.
 


Beste mensen, laat ons naast werken en ontspanning, ook tijd maken om te bidden. Niet in de eerste plaats om ‘voor iets’ te bidden, maar om gewoon stil te zijn, te luisteren, in jezelf te keren en je te laten raken, aanspreken door God onze Vader.