Skip to content
Homilie

Homilie Pater Piet Hoornaert 14 april 2024 : 3de Paaszondag

Zijn eerste woorden waren: ‘Vrede zij u.’

Homilie Pater Piet Hoornaert 14 april 2024 : 3de Paaszondag

Lucas 24, 35-48

Jezus verschijnt nà zijn verrijzenis opeens aan zijn leerlingen in de verblijfplaats waar ze, uit schrik voor de joden, achter gesloten deuren verbleven. Zijn eerste woorden waren: ‘Vrede zij u.’ Hij toont hun zijn handen en zijn zijde, om te laten zien dat Hij geen spook is, geen luchtspiegeling of een wensdroom, maar de échte gekruisigde, maar nù verrezen Jezus, met nog de littekens van zijn kruising die zichtbaar zijn gebleven.

Verlangen naar een vredevolle maatschappij.

Vrede, dàt wenst Jezus zijn leerlingen en ook ons toe. Vrede in heel ons leven en in al ons doen en denken. Vrede over ons, ook in moeilijke of droevige dagen. Vrede wanneer we problemen hebben in onze relaties of op ons werk. Vrede wanneer het serieus tegenvalt, wat we ook doen. Vrede wanneer onenigheid dreigt. Vrede wanneer we getroffen worden door ziekte of dood, en wanneer wanhoop zich van ons meester maakt. Vrede wanneer we zo beperkt geraken, of zo oud dat we onszelf niet meer kunnen behelpen. ‘Vrede zij u’, zegt Jezus. De vrede van ons geloof, van zijn liefde, van zijn aanwezigheid onder ons.

Vrede over ons en ook over de wereld. Een wereld vol vrede waarvan we alleen maar kunnen dromen. Want het is een wereld, waarin zo vaak sommige politici, leger- of bendeleiders, drugsbaronnen enz. zich agressief, corrupt en crimineel gedragen. ‘Vrede zij u’, zegt Jezus ook tegen hen, om hen tot inkeer te bewegen. Dat zegt Hij ook tegen de miljoenen vluchtelingen en slachtoffers van oorlogen en burgeroorlogen. En tegen de miljoenen mannen en vrouwen die in mensonwaardige omstandigheden moeten werken voor ónze welvaart. En tegen de miljoenen vrouwen die geen enkel recht hebben. ‘Vrede zij u’, wenst Jezus ook hen toe, en dat wenst hij ook toe aan de machthebbers, die hen en alle andere armen en zwakken uitbuiten, en aan de mensenhandelaars die rijk worden van de ellende van de armen. “Vrede zij u”, zegt Jezus, maar die vrede komt er alleen in een wereld van respect, van eerlijkheid, van waardering, van meevoelen en meeleven. Een heerlijke wereld van liefde en vrede.

Ben je fier op je geloof?

Maar Jezus wenst ons niet alleen vrede toe. Hij vraagt ook dat wij van Hem zouden getuigen onder alle volkeren, over de Blijde Boodschap dat God in de persoon van Jezus onder ons is komen wonen, en dat Hij ons zijn liefde en vrede heeft voorgeleefd. Die Boodschap dat Jezus, dat dus God er is voor àlle mensen: voor gezonde, maar ook voor zieke, zwakke mensen. En ook voor blinden en doven, voor zondaars en melaatsen, voor rijken en armen.

Ook in deze moeilijke tijden binnen een geseculariseerde maatschappij, komen wij zo echt uit voor een gezond geloof in God. Zijn wij fier op ons geloof, ook tegenover jongeren en andersdenkenden, fier dat we naar de H. Mis gaan, dat we ons inzetten voor onze geloofsgemeenschap en voor mensen in moeilijkheden? We mogen ons niet wegsteken en niet toegeven aan pessimisme naar de toekomst toe.

‘Vrede zij u’, zegt Jezus dus wanneer Hij aan zijn leerlingen verschijnt, en Hij zegt ook: ‘Dit zijn mijn woorden die Ik sprak toen Ik nog bij u was.’ Hij maakt dus een onderscheid tussen toen en nu. Toen, wanneer Hij als sterfelijke mens onder ons woonde. Nu, wanneer Hij als verrezen en verheerlijkte Heer aan zijn apostelen verschijnt en onder ons leeft. De ‘vorst van het leven’, noemt Petrus hem in de eerste lezing. Als wij en alle mensen over die verrezen Heer en over die dienaar van het leven blijven getuigen in heel ons doen en denken, kan de vrede die Jezus ons toewenst dichterbij komen.

Dankbaar de grote daden van God gedenken.

Het kernwoord binnen onze katholieke liturgie is dankbaar gedenken van de daden van God, de Heer. In die gedachtenis blijven wij elkaar ervaringen vertellen die ook aan het Schriftverhaal ten grondslag liggen. Met die blijvende gedachtenis is de oorsprong van de liturgie gegeven, ook in het heden. “Vandaag. Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt. Gij zult hem vieren als een feest voor de Heer” (Ex.12,14).

De leerlingen van Jezus hebben met het verleden, met de herinnering aan Jezus’ leven en sterven moeten leren omgaan. Er heeft daarin een belangrijke verandering plaats gevonden in hun visie op de betekenis van Jezus. Hoe gaan de paasverhalen van de evangelisten om met het verleden?

Zo wilden de leerlingen aanvankelijk tijdens het leven van Jezus niet weten van zijn lijdens-voorspellingen. Ze keerden zij zich daarvan af. Maar pas nà Pasen breekt het inzicht door dat de weg, die Jezus ging, onvermijdelijk toch een lijdensweg moest worden. Maar meteen óók het inzicht dat dit geen doodlopende weg was, maar juist een weg ten leven. Het is een verhaal waarin het lijden niet langer wordt uitgesloten, maar juist ingesloten. Want het is de overgrote liefde van Jezus voor ons mensen die daarin de sleutel is voor dit inzicht.

Ervaring van het kruis en de verrijzenis horen bij elkaar.

De paaservaring van de leerlingen heeft het verhaal van Goede Vrijdag niet uitgegomd. De littekens blijven. Maar er heeft bij de leerlingen een transformatie plaats gevonden, die al na de transfiguratie op de berg Thabor werd voorspeld. Toen konden de leerlingen nog niet inzien dat opstanding door het lijden heen moest gaan. Nu, na de dood van Jezus ontdekken diezelfde leerlingen wat de paaservaring in zijn volle rijkdom inhoudt.

Kruiservaring en opstanding horen dus in de christelijke verkondiging onafscheidelijk bij elkaar. De paasverhalen zijn maar waar, omdat zij het lijden insluiten. De christelijke gemeenschap ziet zichzelf als Lichaam van Christus. Ons geloof in de verrijzenis wordt bevestigd door ónze deelname aan dit gebeuren. Christus is uit de doden opgestaan. Maar het centrale symbool van het christendom is wél het kruis en niet een verrijzenistafereel. Het kruis aan de muur in onze kerken en huiskamers toont dit aan.

Geen menselijke ervaring, verstand of zintuigen kunnen op eigen kracht de grafsteen wegrollen die het mysterie van de opstanding verbergt. Alleen het geloof kan dat, ondersteund door hoop en liefde. Verrijzenisgeloof betekent dat we deze gebeurtenis in het geheel van ons leven toelaten als een omvormende kracht, die ons nieuwe mens-zijn opbouwt. Het dankbaar vieren van deze H. Eucharistie schenkt ons hiervoor de rustige zekerheid.