Skip to content
Homilie

Homilie Pater Lukas Martens 23 juni 2024 : 12de zondag door het Jaar B

Als God slaapt is Hij met ons begaan. Hij vraagt: geloof je niet dat Ik er ben?

Homilie Pater Lukas Martens 23 juni 2024 : 12de zondag door het Jaar B

Geloven groeit langzaam doorheen vragen en uitroeptekens. Zo zien we het in de lezingen van vandaag.

Job 

Job stelde zich de vraag: ik heb niets misdaan en toch overkomt mij zo’n storm van onheil. Wie is God toch? En God antwoordt hem met een vraag: Job, waar was jij toen Ik de zee paal en perk stelde en zei: tot hier en niet verder, hier breken uw trotse golven. Job kon zich nu weer situeren tegenover God en erkennen dat Zijn wijsheid al ons denken te boven gaat. 

De leerlingen 

De leerlingen vroegen zich af: wie is Jezus toch dat zelfs wind en water aan Hem gehoorzamen? Doorheen gans het evangelie van Marcus zien wij hoe moeilijk de leerlingen tot geloof in Jezus komen, tot geloof dat Hij is: God en mens. Zij zien wonderen, horen wat Jezus verkondigt, maar dat volstaat niet om hun geloof in Jezus voldoende sterk te maken. Jezus was moe van het prediken en valt in slaap in de boot. Hij had zijn leerlingen gevraagd naar de overkant te varen. En terwijl de boot al vol liep door de golven vanwege de hevige storm, vroegen de leerlingen: Meester, raakt het U niet dat wij vergaan? 

Wijzelf

Zo dikwijls stellen wij ons de vraag: maar waar is God nu? In landen waar oorlog het leven van mensen kapot maakt, waar aardbevingen alles door elkaar schudt, waar haat, jaloersheid en machtswellust te keer gaan. Hoe is het godsmogelijk dat zoiets gebeurt? Hoe kan God zoiets toelaten? Hoe kan het dat God onverschillig blijft bij het onschuldig leed dat kinderen treft? Waarom treft het kwaad goede mensen? 

God op het matje

Het is zo menselijk om God ter verantwoording te roepen voor alles wat er verkeerd gaat in de wereld. Als Hij liefde is, als Hij almachtig is, zouden die dingen toch niet gebeuren? Vraagteken. Zoals de leerlingen stellen ook wij de vraag: Meester, raakt het U niet dat wij vergaan? Op die vraag antwoordt Jezus met deze dubbele vraag: waarom zijn jullie zo bang? Hoe is het mogelijk dat je nog geen geloof bezit? 

Geloof je niet dat Ik er ben?

Het is alsof Jezus zegt: geloof je niet dat Ik mee met jullie in de storm wou zitten, dat Ik tussen het puin lig van de aardbevingen, dat Ik mee honger lijdt met zovelen, dat Ik beef van angst tijdens de bombardementen, dat Ik lig af te zien in de ziekenhuizen? Dat Ik bij u ben in goede en kwade dagen, in armoede en rijkdom, in ziekte en gezondheid? 

Uitroepingsteken

Er staan zoveel vragen in de eerste lezing en in het evangelie. Maar in de tweede lezing van Paulus vinden we vooral uitroepingstekens. De liefde van Christus laat ons niet met rust. Op het kruis zien wij het ware gelaat van God. Het kruis is voor ons het grote uitroepingsteken van een God die liefde is, van een kwetsbare liefde die haat, jaloersheid en machtswellust overwint. 

Een nieuwe schepping

Eén is gestorven voor allen en in Zijn dood mogen wij opnieuw geboren worden, we zijn een nieuwe schepping, wij worden mensen worden die niet meer leven voor zichzelf, maar voor Hem die ter wille van hen gestorven en verrezen is. Wie in het kruis van Christus het uitroepingsteken erkent van een God die liefde is, die kent geen rust meer, die zoekt wegen om wederliefde te betonen, om plaats te geven aan tederheid, vergeving, nederigheid, zachtmoedigheid.

Als God slaapt is Hij met ons begaan

We besluiten met deze wens: Mochten de vragen in ons leven de nodige uitroepingstekens tegen komen om verder te kunnen, om vanuit angst te groeien tot vertrouwen, om vanuit angst te bidden, te roepen, te schreeuwen op God. Zoals de psalm ons vandaag voorbidt: Toen riepen zij tot de Heer in hun nood en Hij bevrijdde hen uit hun ellende.  Als wij de indruk hebben dat God slaapt, is Hij toch met ons begaan, kent Hij ons door en door en weet Hij wat wij nodig hebben. Dat nodige wil Hij ons geven in de Eucharistie. 

Heer, wij geloven, maar kom ons ongeloof te hulp.