Skip to content
Homilie

Homilie Pater Piet Hoornaert 7 juli 2024 : 14de zondag door het Jaar B

Zo worden ook vandaag wellicht veel wonderen niet verricht, omdat er ergens niet gewild wordt dat ze verricht worden.

Homilie Pater Piet Hoornaert 7 juli 2024 : 14de zondag door het Jaar B

OPENINGSWOORD

Omdat in de bijbel profeten hun toehoorders confronteren 
met soms de harde waarheid, 
worden ze vaak monddood gemaakt.

Zo werd de profeet Ezechiël niet gehoord door Gods volk, 
werd Paulus uit de weg geruimd en vervolgd 
en werd Jezus niet geëerd in zijn eigen stad. 

Ook vandaag klinken profetische stemmen, 
die ons oproepen tot vrede, verbondenheid met God,
zorg voor het klimaat, 
uitzuivering, bekering en vernieuwing. 
Stellen wij ons daarom open 
voor hun engagement en hun boodschap. 

Laten we bidden dat we steeds meer oor en oog hebben 
voor wat profeten ons vandaag willen duidelijk maken.

KYRIE-LITANIE

Gij die door de profeten werd aangekondigd 
als de Redder van de wereld: 
Heer, ontferm U over ons.

Gij die als een profeet zijt rondgegaan 
om te helen en te genezen: 
Christus, ontferm U over ons.

Gij die ons zendt om als profeten te getuigen 
van uw liefde en uw trouw: 
Heer, ontferm U over ons.

V. Moge de almachtige God zich over ons ontfermen, 
onze zonden vergeven en ons geleiden tot het eeuwig leven.

 

Homilie 

(Mc. 6,1- 6) 

Mensen namen aanstoot aan Jezus. Waarom? Ze hebben Jezus weten opgroeien, ze kennen zijn familie, zijn geschiedenis. Ze zijn niet in staat Gods handelen in Jezus te herkennen. Jezus was teveel mens voor hen. Ze zaten er met hun neus te dicht op. Je kan dit vergelijken met een schilderij. Als je er te dicht bij staat, zie je alleen vlekken en verf. Je hebt een zekere afstand nodig om het geheel te overschouwen en te zien wat erop staat. We menen vaak dat de mensen die in Jezus' tijd leefden het heel wat gemakkelijker hadden om tot geloof te komen dan wij. Zij hebben Jezus gezien en meegemaakt. Uit het verhaal van vandaag blijkt dat dit niet zo was. Voor hen was Jezus een gewone jongeman, zoon van een timmerman. Een zo eenvoudig iemand kon toch niet de Zoon van God zijn, de verwachte Messias? Zo meenden ze.

Er was verbazing én ergernis.

In feite is er een dubbele reactie bij Jezus' toehoorders: verba­zing en tegelijk ergernis. "Waar heeft Hij dat vandaan? Is dat niet de timmerman, de zoon van Maria?" Ze voelen iets van Gods handelen in Jezus én onmiddellijk verzetten ze zich. Waar Gods Geest werkt, wordt blijkbaar ook de boze geest, de demon wakker; die zet aan tot ongeloof en jaloersheid.

Vóór ze Jezus de grond inboren, hebben ze het zelf over de "wijsheid die Hem geschonken is, en de wonderen die zijn handen verrichten." Ze geven dus toe dat Hij echt en authentiek is, en toch verwerpen ze Hem. Je kunt de vraag stellen: “Is het onwil omdat Hij spreekt over een nieuwe wereldorde, die Hij het “Rijk van God” noemt: namelijk Gods barmhartige liefde is er voor iedereen?” 

Zien veel van onze tijdgenoten Jezus ook niet teveel als 'gewoon' een goed mens, wel een groot profeet, een der onzen, maar en nog te weinig als Zoon van God, Messias, Heer en Redder? Bij God is geen aanzien des persoons, bij de mensen vaak wel. Kijken ook wij wellicht teveel naar het negatieve, de slechte dingen, in plaats van het waardevolle en het goede te zoeken. Zouden we niet beter ophouden ons te ergeren aan kleinigheden? Zouden we niet beter eens het goede in het daglicht stellen? 

Leer ik kijken met een gelovige positieve blik?

Het evangelie van vandaag nodigt uit om de sprong van het geloof te wagen, niet langer te kijken met menselijke ogen, maar dieper te kijken naar de wondere dingen die in kerk en wereld gebeuren. Jezus kon in Nazaret geen wonderen verrichten door de negatieve kijk en de kritiek van zijn dorpsgenoten. Als we ons blijven ergeren, zullen we God nooit in ons midden ontdekken. Als we echter met de ogen van God, de ogen van liefde naar onze medemensen kijken, dan zullen er wonderen gebeuren, wonderen van naastenliefde, van delen met elkaar, van vrede en vreugde. 

Eigenlijk is iedere echte gelovige een profeet, of moet zou het moeten zijn. Een profeet in de oorspronkelijke zin van het woord: iemand die van God sprekend is, iemand die niet proper zwijgt, omdat hij de indruk heeft dat er niet naar hem wordt geluisterd. 

Dit evangelie is inderdaad van alle tijden. Ook vandaag worden gedreven mensen met een ernstige boodschap weggelachen, monddood gemaakt, genegeerd. Ook vandaag gaan de zaken en het eigen werk voor op het échte leven, de vriendschap, de liefde, het respect voor anderen. Ook vandaag stoort het medemensen dat God leeft, handelt en schuilgaat in kleine mensen en in eenvoudige dingen. Jezus kon geen enkel wonder doen, lezen we in het evangelie, niet omdat Hij toch niet de Zoon van God was, wel gewoon omdat niemand daar een wonder wilde. Zo worden ook vandaag in de wereld, in onze familie, op ons werk, in onze straat, in onze leefgemeenschappen wellicht veel wonderen niet verricht, omdat er ergens niet gewild wordt dat ze verricht worden. Kleine gebaren van liefdevolle aandacht, woorden van begrip, uitingen van respect, inzet voor vrede... het kan allemaal slechts zo moeizaam. Wie vanuit liefde leeft, trapt op zere tenen en krijgt het sowieso moeilijk. 

Geloven is niet vanzelfsprekend.

Geloven is zich in overgave aan God toevertrouwen. Daarbij besef je dat God vol­doende licht schenkt om stap na stap verder te gaan. Je stemt in met wat van God geopenbaard werd, want je weet dat Hij geloofwaardig is. Geloven is evenwel niet vanzelfsprekend. We moeten er elk ogenblik bewust voor kiezen. Geloven in deze tijd is ook God zichtbaar maken in alles wat we doen. Dat vraagt van de gelovige mens een sterk engagement, bereidheid tot geloofsverdieping en gebed, soberheid en dienstbaarheid, respect voor anderen.

Daarbij mogen we niet vergeten dat het kruis wezenlijk behoort tot de christelijke levensstijl. Het onbegrip en de tegenkanting die Jezus ondervindt (voor­al dan in zijn eigen vaderstad) zijn een voorspel van zijn groot lijden in Jeruzalem. Voor ons is Jezus' voorbeeld een bemoe­diging wanneer wij te lijden hebben onder onbegrip, mis­verstand of wantrouwen. Zeker in deze tijd en in onze maatschappij. 

Jezus droeg het kruis wel op zijn … rug.

We kunnen Jezus niet navolgen als we het kruis proberen te ontlopen in ons dagelijks leven. We mogen dan wel een mooi kruisbeeld hebben in onze huiskamers of we kunnen dan wel een kruisje dragen om de hals, maar laten we niet vergeten dat Jezus het kruis op zijn rug droeg! 

Dit evangelie legt dus de vinger op de wonde: de oerzon­de is het ongeloof, ons stil verzet tegen Gods nabijheid en zijn ver­lossend handelen, omdat het tegen onze kleinmenselijke gevoeligheden indruist. Mensen aanvaarden niet gemakkelijk dat God ook tot hen komt in personen uit hun omgeving, beperkte en zwakke men­sen die we goed kennen ... Bidden we daarom: “Heer Jezus, ik geloof, kom mijn gebrek aan geloof te hulp”. 

 

VOORBEDEN

V. Laten we bidden tot God, 
in het vertrouwen dat Hij zich om ons bekommert.

Lector: 

1. Voor de Kerk.
Dat ze in onze samenleving een profetisch teken is 
van eenheid in liefde en blijvende trouw van God aan mensen… 

2. Voor wie ziek zijn en zich zwak voelen. 
Dat ze steun en kracht vinden in het geloof 
en hoop putten uit de liefdevolle nabijheid van vrienden… 

3. Voor wie gevangen zit in vaste denkbeelden en oordelen 
en niet meer onbevangen kan luisteren.  
Dat ze de deur van hun hart openzetten naar anderen, 
dat ze samen tot wederzijdse ontmoeting 
en begrip mogen komen...

4. Voor wie hun hart bewust afsluiten 
voor het geloof in een liefdevolle God. 
Dat ze ontdekken dat God ook hen bemint 
en zijn liefdesaanbod blijft gelden… 

V. Trouwe God,
Gij spreekt woorden van liefde en trouw 
en wil het hart van mensen bezoeken. 
Wij vragen U:
aanvaard ons gebed door Hem 
die door zijn eigen volk werd verworpen: 
Jezus Christus, onze Heer.