Skip to content
Homilie

Homilie Pater Paul De Bois 14 juli 2024 : 15de zondag door het Jaar B

Jezus vertrouwt de voortzetting van zijn eigen zending toe aan zijn leerlingen, en dat zijn wij vandaag.

Homilie Pater Paul De Bois 14 juli 2024 : 15de zondag door het Jaar B

Jezus heeft mensen geraakt. Hij heeft een groep leerlingen rond zich bijeengebracht. “Hij stelde er twaalf aan om Hem te vergezellen en door Hem uitgezonden te worden en te prediken, met de macht de duivels uit te drijven” (Mc. 3,14-15). Zij zijn hem gevolgd bij zijn tocht in Galilea en verder op zijn weg naar Jeruzalem. Ze hebben angst doorstaan toen het stormde op het meer en Jezus blijkbaar rustig lag te slapen. “Meester, raakt het u niet dat wij vergaan?” (Mc. 4,38).

Zijn leerlingen zijn met Jezus meegegaan naar zijn vaderstad Nazareth. Ze hebben Hem aan het werk gezien als prediker, maar ook degene die gezocht werd door de zieken. Ongetwijfeld hebben ze daar in de synagoge in Nazareth zijn verwondering gedeeld over het koel onthaal aldaar door zijn dorpsgenoten.
En bijna direct aansluitend op dit kort en ontmoedigend verblijf in Nazareth geeft hij hun een opdracht en hij zendt hen. Het is een zending in eigen streek. Maar het wordt de aanzet van wat de jonge christengemeenschap zal doen na de dood en de verrijzenis van Jezus: Hem verkondigen. 

Jezus raadt zijn apostelen aan om met z'n tweeën op pad te gaan en erop te vertrouwen dat ze alles zullen hebben wat ze nodig hebben om Gods liefde en de boodschap van bekering te verspreiden. ‘Zijn liefde en uw genade” moet hen voldoende zijn. Wanneer ze een teleurstelling te verwerken krijgen, worden ze aangemoedigd om los te laten en opnieuw te beginnen.
Deze typische handelswijze van Jezus -leerlingen twee aan twee op pad sturen- werd overgenomen en doorgezet door de eerste christenen. In de Handelingen gaan de missionarissen op weg met zijn tweeën : Petrus en Johannes (Hand 3,1 ; 4,13); Paulus en Barnabas (Hand 13,2); Juda en Silas (Hand 15,22) … Het is ook opvallend dat Jezus zijn zendelingen een deel van zijn macht mededeelt : de duiveluitdrijving, als teken dat het Rijk van God ingehuldigd is.

Van nature legt de zending van rondtrekkende leerlingen het accent op hun getuigenis van armoede. Zij komen niet met machtsmiddelen. Zij zullen hun levensonderhoud (brood en zakgeld) ontvangen van wie hen onthalen. Hun kleding zal zo eenvoudig mogelijk zijn, zoals het reizigers past die onbelemmerd op weg willen (geen reiszak, geen wisselkleding). In die tijd ging men meestal blootsvoets, maar in tegenstelling tot Mattheüs en Lucas, behoudt Marcus voor zijn zendelingen staf en sandalen : zoals het paasritueel dat voorschrijft, moeten Jezus’ zendelingen steeds bereid zijn op weg te gaan, “de lenden omgord, de sandalen aan de voeten, de staf in de hand” (Ex 12,11).

Zij gaan niet onbeschermd naar een wereld, waar goed en kwaad is. Jezus schenkt hun zijn vertrouwen. Ze voelen zich door Jezus gesteund. Hij geeft hun macht over de onreine geesten. Zij zouden doen wat hij heeft gedaan: onreine geesten verdrijven en mensen oproepen tot ommekeer. Zij zullen wat verkeerd is aanklagen. Een bevrijdend woord uitspreken over hen die beangstigd zijn en door boze geesten beïnvloed.

Zij zullen zieken zalven met olie en hen genezen. Zorg voor zieken is al vanaf het begin een teken geweest van een christelijke gemeenschap. Het zalven met olie doet ons denken aan het sacrament van de ziekenzalving. Maar ook aan vele vormen van nabijheid, zoals de olie van de luisterbereidheid, van de tederheid. “Wij hebben er zelf behoefte aan en we kunnen het ook zijn voor anderen doorheen een bezoek, een telefoongesprek, door de hand te reiken aan wie hulpbehoevend is”.

Jezus vertrouwt de voortzetting van zijn eigen zending toe aan zijn leerlingen, en dat zijn wij vandaag. Hij wil dat onze zending zou zijn zoals de zijne : vrij van elke band, ontlast van alle bagage, beschikbaar. Marcus onderscheidt bij de leerlingen geen professionelen van de missie, noch gedurende Jezus’ leven, noch in de toekomst van de. Hieruit volgt dat Marcus aan de zending van de Twaalf de grootst mogelijke draagwijdte geeft, zodat dit verhaal elk christen eraan herinnert dat ieder van ons behoort  tot de Kerk die gezonden is naar de wereld, en dat we getuigen zijn van Jezus voor de mensen.

Jezus’ vertrouwen in ons is adembenemend. Ook wij worden elke dag uitgezonden om de Blijde Boodschap te brengen aan diegenen waarvoor we ons engageren. 

“Jezus, maak me bewust dat U met mij bent waar ik ook ga.”