Homilie Pater Roeland Van Meerssche 28 juli 2024 : 17de zondag door het Jaar B

Broeders en zusters,

Vanaf vandaag lezen we vijf zondagen lang uit het zesde hoofdstuk van het Johannesevangelie. Het evangelie van Johannes is niet zo eenvoudig, maar toch kunnen we in dit hoofdstuk een rode draad vinden: Jezus die zichzelf aan ons schenkt als brood om van te leven. 

Jezus is rondgetrokken om de Blijde Boodschap te verkondigen. Nu steekt Hij het meer over om wat te rusten. Maar de mensen verliezen Hem geen moment uit het oog. Terwijl Hij het meer oversteekt haastten ze zich langs de oevers van het meer om Hem aan de andere kant op te wachten. Toen Jezus die grote menigte zag zegt Hij tot Philippus: ”Waar zullen we brood halen om die mensen eten te geven!”. Johannes merkt hier fijntjes op: “Zelf wist Jezus al wat Hij zou gaan doen”. “Er is hier wel een jongen met vijf gerstebroden en twee vissen””, zegt Andreas, maar wat is dat voor zo’n grote massa. Het zijn de gerstebroden uit het verhaal van de Profeet Elisa, uit de eerste lezing. Dat oude verhaal wordt hier opnieuw verteld. Jezus is de nieuwe Profeet Elisa. Hij is de goede herder die zijn volk laat rusten in groene weiden en voedsel geeft in overvloed. 

Dan neemt Jezus de broden, sprak het dankgebed uit en liet ze verdelen onder de mensen. Het zijn woorden die we kennen. Jezus spreekt ze uit op het Laatste Avondmaal, vlak voor zijn lijden en we horen ze ook telkens wanneer we eucharistie vieren. In de eucharistie schenkt de levende Jezus rijke gaven om van te leven. Het zijn het Woord en het Brood die worden gebroken en uitgedeeld. Het is de overvloed van Gods aanwezigheid in tastbare tekenen. 

En met dit teken wil Johannes aantonen dat de wonderen uit het Oude Testament het niet kunnen halen bij het broodwonder van Jezus. Jezus is meer dan Elisa, meer dan Mozes. Johannes ziet in Jezus de langverwachte Messias, de Heiland, de Verlosser. Dat is de betekenis van het ‘teken’ dat Jezus stelt. Het broodwonder is het teken waardoor Jezus wil laten zien wie Hij werkelijk is. De mensen hebben dat ook zo begrepen. De evangelist schrijft: “Bij het zien van het teken dat Hij gedaan had, zeiden de mensen: ‘Deze is nu waarlijk de Profeet die in de wereld moet komen!’ En ze wilden Hem tot koning maken”. 

Broeders en zusters, 

Als er nu, na 2000 jaar, elke zondag  nog altijd mensen samen komen, overal ter wereld, om naar het Woord van Jezus te luisteren en om zijn lijden en dood te gedenken in de eucharistie, dan is dat niet op de eerste plaats omdat Jezus een voorbeeld heeft gegeven van solidariteit. Als wij vandaag nog de naam van Jezus aanroepen, luisteren naar zijn Woord en zijn gedachtenis in ere houden, dan is dat omdat wij geloven dat Hij degene is die de diepe, fundamentele honger kan stillen die leeft in het hart van alle mensen, de honger naar liefde, honger naar een eeuwigdurend geluk. Dan is dat omdat wij geloven dat Hij de Messias is, de Zoon van de levende God. 

Broeders en zusters, 

Altijd weer komt de Heer ons tegemoet en dat doet iets met een mens die ervoor openstaat. Ontvankelijk zijn voor het Woord en samen eten van het Brood, dat het Lichaam van Jezus is, maakt van ons nieuwe mensen. De eucharistie vormt ons om tot het Lichaam van Christus. We ontvangen ons dagelijks brood dat we nodig hebben om te leven in liefde met elkaar. In de eucharistie ontvangen wij het geestelijk voedsel dat ons omvormt en opneemt in het Lichaam van Christus. Zo worden wij wat we ontvangen hebben. Bij een gewone maaltijd vormen wij het voedsel om in onszelf. Bij de eucharistie is het omgekeerd: wij worden omgevormd in het Lichaam van Christus. (Gabriël Quicke, ‘God zegene en beware je’ blz. 42-43). En daarom, broeders en zusters, in elke eucharistie gebeuren er twee wonderen. Bij de consecratie wanneer Jezus door de mond van de priester zegt: ‘Dit is mijn Lichaam’, is dat stukje brood niet meer brood, het is het Lichaam van Jezus. En het tweede wonder gebeurt bij de communie: wanneer wij het Lichaam van Jezus eten worden wij een nieuwe Jezus. 

Pater Cantalamessa, een Italiaanse kapucijner pater, zegt: “Je bent geboren voor het mooiste dat er bestaat, een levende offergave zijn, een eucharistie, samen met Jezus. Amen. 

P. Roeland