Homilie Pater Piet Hoornaert 24 november 2024 : Hoogfeest van Christus Koning
'Koning ben ik, maar mijn koningschap is niet van deze wereld.'
OPENINGSWOORD
Tijdens dit weekend van het feest van Christus-Koning
vieren jongeren wereldwijd een lokaIe Wereldjongerendag.
In deze H. Eucharistie weten we ons graag
samen met al deze jongeren verbonden.
Het koningschap van Jezus krijgt dus vandaag liturgische aandacht.
Het is goed én juist te beseffen dat dit koningschap
nog zo vaak verkeerd begrepen wordt
en bij mensen daardoor ook soms ongemak of irritatie opwekt.
Want dat koningschap mag écht niet meer begrepen worden
in de lijn van succes, prestige, luxueus leven, macht en luister.
Neen… Het Rijk Gods, het koningschap van Jezus
gaat duidelijk en alleen over de overgrote liefde van God,
die zich in de Zoon van God Jezus zo duidelijk heeft geopenbaard,
tot op het kruis en tot in zijn de verrijzenis.
Het is een liefde van God die richt zich tot àlle mensen van àlle tijden.
Zo is koning Jezus daarin écht en in de eerste plaats
een nederige, verantwoordelijke, empathische en dienende vorst,
ook nù als verheerlijkte Heer.
Jezus heeft in zijn prachtige liefde dus zeker oog
voor de mensen in nood en ellende, in lijden en ziekte,
in hun armoede in al zijn variaties.
Jezus is dus groot en koninklijk barmhartig in zijn liefdevolle nabijheid.
We bidden dus dit weekend samen om hoop voor jongeren
die uitzien naar een bemoedigend woord of een luisterend oor.
Christus geeft hun het vertrouwen en de kracht
om met hun talenten nù mee te bouwen aan zijn kerkgemeenschap.
KYRIE-LITANIE
Heer, koning wiens troon het kruis is:
Heer, ontferm U over ons.
Christus, koning wiens kroon van doornen is gemaakt:
Christus, ontferm U over ons.
Heer, koning wiens koningschap niet van deze wereld is:
Heer, ontferm U over ons.
Homilie
Joh.18, 33b-37
Pilatus vindt géén schuld in Jezus.
Om de betekenis van het feest van Christus “koning van het heelal” goed te begrijpen moet je terugkeren naar het Johannesevangelie, waar Jezus geconfronteerd wordt met Pilatus. Jezus is bij deze landvoogd aangeklaagd, omdat hij zich “koning der joden” noemt. Maar het is duidelijk dat Pilatus zeer sterk twijfelt aan die pretentie van Jezus. Tot driemaal toe vraagt hij ernaar.
Want de man die hij voor zich krijgt, beantwoordt totaal niet aan zijn verwachting. Hij is duidelijk geen man van de macht, want Jezus zegt ondubbelzinnig dat hij niet de minste politieke ambitie heeft, die afbreuk zou doen aan het gezag van de landvoogd. Hij is geen onruststoker, noch een verzetsstrijder. Pilatus erkent uitdrukkelijk dat hij geen schuld in hem vindt.
Maar het is wél duidelijk dat het opgehitste volk hem niet langer dulden wil. Dus kiest Pilatus voor een strategische terugtocht: hij wast z’n handen in onschuld en laat de zaak op haar beloop. Jezus is misschien wel de zoveelste die hij doorschuift naar de willekeur van wie de grootste mond hebben. Maar toch is hij onder de indruk van deze beklaagde. Verderop in het evangelie blijkt zelfs dat hij nog - weliswaar lauwe - pogingen onderneemt om Jezus uit de handen van zijn belagers te houden. Waarom doet hij zoveel moeite?
De kracht van Jezus’ présence.
Op zijn derde, insinuerende vraag “Gij zijt dus toch koning?” krijgt Pilatus van Jezus een heel concreet en bevestigend antwoord: "Ja, koning ben ik. Hiertoe ben ik geboren en hiertoe ben ik in de wereld gekomen om getuigenis af te leggen van de waarheid. Al wie uit de waarheid is, luistert naar mijn stem." Pilatus heeft al uitgemaakt wat hijzelf onder waarheid verstaat.
Maar de waarheid waarvan Jezus getuigenis aflegt, daar weet hij geen weg mee. Het gaat nl. om de werkelijkheid en de werkdadigheid van “God-die-niets-dan-liefde-is” (+ Fr. Roger Schutz), een koninkrijk dat niet van deze wereld is, en dus ook niet bedreigend is; met een koning die daar staat, zonder dat er dienaars voor hem hebben gevochten; die niet eens de moeite neemt om zich te verdedigen; die niet op z’n knieën om genade smeekt.
Pilatus heeft wellicht niets begrepen van Jezus’ getuigenis. Maar hij heeft wel begrepen dat het hier om een bijzonder mens gaat. Jezus staat daar, bewust van z’n eigenwaarde, en laat gebeuren. Pilatus heeft de kracht ervaren en de koninklijke waardigheid die van Jezus zijn uitgegaan. De kracht van een mens die als een katalysator inwerkt op zijn omgeving. Jezus heeft zijn rust verstoord, zijn geweten aan het werk gezet, hem misschien wel uit de slaap gehouden.
Overmacht aan liefde.
Het beeld van Jezus als koning komt in de evangelies enkele malen voor. De wijzen uit het Oosten gingen op zoek naar de pasgeboren “koning van de joden”. Bij zijn intocht in Jeruzalem werd hij begroet als “koning” en op het kruis stond in de drie wereldtalen van die tijd geschreven: “Jezus van Nazaret, koning van de joden”.
In het evangelie vandaag staan in elk geval twee koningschappen tegenover elkaar. Pilatus staat voor het aardse koningschap, waarin macht, nationale onafhankelijkheid, eigenbelang en politiek centraal staan. Pilatus is de heerser, gezeten op een Romeinse troon, omgeven door soldaten die over leven en dood kunnen beschikken. Het is de wereld van de macht. Jezus is de geslagene, met de handen geboeid, een doornenkroon en een purperen mantel, door iedereen verlaten en bespot. Het is de wereld van de ‘onmacht’ of - wellicht juister - van een “overmacht aan liefde” (Dr. W. Luypen).
Herderlijke zorg.
Jezus staat dan ook voor een niet-aards koningschap, dat van religieuze aard is. Een koning die opkomt voor waarheid en gerechtigheid; zoals ooit koning Salomo in zijn beste dagen, een koning die de dienaar is van zijn volk; zoals ooit koning David die herder was van zijn mensen. De echte koning is hij die de zorg op zich neemt voor een menswaardig leven voor allen en die bijzondere aandacht heeft voor de minsten en de zwakken in de samenleving. Geen macht, maar dienstbaarheid. Jezus staat voor deze herderlijke zorg voor mensen.
Jezus wenst geen machtsspel. "Koning ben ik, maar mijn koningschap is niet van deze wereld." Ingaan op macht en hebzucht is altijd wel toegeven aan de duivel, toegeven aan de bekoringen die Jezus te verduren kreeg in de woestijn. De duivel wou alle koninkrijken van de wereld aan zijn voeten leggen, maar Jezus ging niet in op de hebzucht en de macht.
De bekoring baas te spelen.
Het blijft een bekoring om baas, chef of koning te willen zijn, volgens de wereldlijke normen; om als dictator de wereld rondom jou te beheersen. Dat gevaar bestaat ook in een kerkelijke religieuze context, jammer genoeg. Macht en misbruik liggen in elkaars buurt. Soms hielden pausen, bisschoppen en abten zich ook meer bezig met wereldse belangen en voerden ze veel directe macht uit over het aardse.
Vandaag behoren we tot een bescheiden, kleine en belijdende kerk. Soms wordt ze omhangen door een spotmantel zoals Jezus, door o.a. de media en de reclame haar aangedaan. “De kerk is toch op haar retour, dan heeft men van haar niets meer te vrezen”, zo klinkt dat dan. Het rijk van de Kerk is duidelijk niet van deze wereld. Zij moet de eenvoudige weg van Jezus gaan en dienaar zijn van allen, vooral van de minstbedeelden. Haar zorg moet uitgaan naar mensen die ziek zijn, zich eenzaam voelen, uitgerangeerd, ontgoocheld, psychisch gekwetst, aan de rand terecht gekomen, verdrukt, stervend. Maar ook met aandacht voor wie spiritueel zoekend is naar de zin van het leven, die willen bidden tot God …
Maatschappelijke relevantie van de Kerk.
Uit eerlijk, objectief onderzoek blijkt hoe de Katholieke Kerk in onze Belgische maatschappij toch in belangrijke mate vooral sterk, zorgzaam en vruchtbaar aanwezig en dienstbaar was en is. Haar maatschappelijke relevantie werd duidelijk aangetoond.
Jezus is onze koning omdat hij die koninklijke weg is voorgegaan van dienstbaarheid en zelfgave aan de anderen. Het Rijk van Jezus wordt ons vandaag voorgesteld als een belofte en een toekomstvisioen, dat openbaar zal worden op het einde der tijden.
“Vader, uw Rijk kome…”.
Overal waar mensen verdraagzaam, verzoenend en deugdzaam met elkaar omgaan, met elkaar broederlijk delen, waar machtigen en rijken eerbiedig zorg dragen voor het onaanzienlijke : dààr is Christus onze koning, daar wordt zijn Rijk al gevierd. Daar is het al de hemel op aarde. Bidden wij daarom ook graag en regelmatig: “Onze Vader in de hemel, uw Rijk van liefde kome”.
VOORBEDEN
V. God, het koningschap van uw Zoon gaat nooit te gronde
en aan zijn heerschappij zal geen einde komen.
Laat ons in deze wereld daarvan de tekenen zien,
nu wij U bidden:
Lector:
1. voor allen die verantwoordelijke functies bekleden,
die aangesteld zijn om belangrijke,
ingrijpende beslissingen te nemen;
dat zij zich niet laten leiden door eerzucht of ijdelheid,
maar steeds het welzijn van allen voor ogen hebben...
2. voor alle mensen die lijden onder de macht van wrede tirannen,
die enkel uit zijn op eigen roem ten koste van alles;
dat zij de moed hebben om zich te verzetten tegen het onrecht
en zich gesterkt weten door uw visioen
van een andere, een betere wereld...
3. voor mensen die eerlijk op zoek zijn
naar wat belangrijk is in het leven,
die de wegen willen kennen die hen dichter bij U brengen;
dat U hen inspireert en hun de goede richting wijst,
dat zij mogen bijdragen aan uw koninkrijk van vrede...
4. voor uw kerk hier op aarde en allen die bij haar willen horen,
voor wie volgeling willen zijn van uw Zoon Jezus;
dat zijn blijde boodschap hun gids mag zijn,
dat Hij daadwerkelijk hun Koning en Heer zal zijn...
V. God, hoor ons bidden, sterk ons vertrouwen in U
en leid ons naar het voorbeeld van Jezus,
uw Zoon en onze Koning.