Homilie Pater Paul De Bois 8 december 2024 : 2de zondag van de Advent C
Keer je om, vernieuw je, durf te veranderen.
“Leg uw kleed van rouw en ellende af en bekleed u voor immer met Gods heerlijke schoonheid.”
Met die woorden begon de eerste lezing vandaag. Een lezing uit een minder gekend Bijbelboek. Woorden van duizenden jaren geleden. De tekst schetst als het ware de droom van de profeet, toen Israël in ballingschap leefde, over de ideale wereld. Maar de profeet, Baruch, zou ze ook vandaag tot ons kunnen spreken.
Adventstijd is misschien ook wel een tijd van durven dromen… de droom bijvoorbeeld dat alle mensen zich zouden bekleden met Gods schoonheid. Maar de realiteit zegt me: dit is niet zo … er is ook vandaag nog heel wat ellende en verdriet.
Overal zien we dat bomen en lichtjes een sfeer oproepen van gezelligheid … beetje bij beetje worden we in de kerstsfeer gebracht. Dat is ook goed zo … Alleen laten we er voor zorgen dat voor ons christenen de kerstsfeer méér mag zijn dan wat gezelligheid. Dat de advent voor ons ook de oproep mag zijn naar de weg van de vrede. Vrede in onze wereld, vrede in ons hart.
God zegt onomwonden: “Zalig zij die vrede brengen”. Toch weet ieder van ons dat er overal in onze wereld oorlog gevoerd wordt, terreur wordt gepleegd en duizenden mensen op de vlucht zijn. Maar zij die oorlogen uitlokken zijn misdadigers, vervloekten.
Misschien zucht je er bij … misschien stel je jezelf de vraag: “Maar wat kunnen we doen?”
Dan kom ik bij het Evangelie van vandaag. Daar horen we Johannes de Doper die zegt: “Bekeer u en maak de paden van de Heer recht”.
Ons bekeren en zo de weg klaar maken voor de komst van de Heer.
Want dat is bekering toch: de komst van de Heer voorbereiden. Bekering … want in het licht van Kerstmis willen we niet alleen aan onze eigen welvaart denken, aan onze eigen veiligheid; maar we willen ook aan onze medemensen denken.
Daarom moeten we alles in het werk stellen om wat “krom” is recht te maken. Krom door egoïsme, door het “ieder voor zich”, door onverschilligheid. En nog meer krom door ontrouw, door hardheid, door wreedheid. Dát zijn de “ravijnen” die moeten weg gewerkt worden … dát zijn de kronkelpaden die recht gemaakt moeten.
De vraag die daar logisch uit voortvloeit is: “ben ook ik bereid de kronkels in mijn eigen leven te rechten?”
Verlang ik echt naar de komst van de Heer in mijn leven? Of zal Kerstmis toch hoofdzakelijk het familiefeest worden? Al is daar op zich absoluut niets mis mee … maar het is ook onze opdracht ons individueel en als gemeenschap voor te bereiden op de komst van de Heer Jezus.
Hoe we dat best doen, daar geeft Paulus ons raad in de tweede lezing: “moge uw liefde steeds rijker worden aan inzicht en fijngevoeligheid; om te kunnen onderscheiden waar het op aankomt”.
We rechten onze wegen, we kijken uit naar de geboorte van het Jezuskind door liefde uit te dragen in ons denken en doen. Wanneer we proberen vrede te verwezenlijken overal waar we bezig zijn: in familie of gemeenschap, onder vrienden, tussen werkcollega’s, op school …
Het lijkt er dus sterk op dat de Schriftlezingen van deze tweede adventszondag ons willen oriënteren op verandering in onze wereld en in ons leven. Verandering die nodig is om het komen van Gods Zoon in ons leven mogelijk te maken.
Daarvoor moeten we eerst thuis komen bij onszelf…pas dan kunnen we thuis komen bij de andere mensen en bij God. Daarom de roep van Johannes de Doper: “Keer je om, vernieuw je, durf te veranderen”.
Je bent geen lid van het Godsvolk omdat je in het Joodse volk geboren bent. Je bent ook geen christen omdat je in de wieg van een katholiek gezin hebt gelegen. Evenmin ben je christen omdat je met luide stem je overtuiging duidelijk maakt en anderen wil opleggen.
Advent is je openen voor God, voor Zijn aanwezigheid wanneer we durven kiezen voor Jezus … voor de waarden van het Evangelie. Wanneer we durven wachten én verwachten.
Alleen wanneer we reikhalzend de komst van de Heer Jezus verwachten – zoals een wachter die uitziet naar de morgen, zegt de psalmist - alleen dan zal heel de mensheid Gods redding zien”.
Dat onze advent zo mag zijn dat we daartoe bijdragen en dat Gods goede Geest ons daartoe de kracht geeft.