Skip to content
Homilie

Homilie Pater Lukas Martens 5 januari 2025 : Hoogfeest Openbaring van de Heer

Wat een vreugde moet dat geweest zijn elkaar te ontmoeten vanuit het geloof, hoe bemoedigend om dan samen verder op weg te gaan.

Homilie Pater Lukas Martens 5 januari 2025 : Hoogfeest Openbaring van de Heer

Geloven met het hart van een kind

Alles in de bijbel is ons gegeven om ons op te voeden in het geloof. Zo doen het ook de drie wijzen uit het evangelie van vandaag. Een kind is geboren in Bethlehem. Omdat er geen plaats was in de herberg moesten Jozef en Maria tevreden zijn met een plaats voor dieren. Een goddelijke koning is geboren en er is niemand om deze koning hulde te brengen. Soms denk ik dat dit ook zo een beetje is met het christelijk geloof. Het is zo’n een grote geestelijke rijkdom, maar wie staat er voor open? Zoveel mensen laten het links liggen. Misschien zijn vreemdelingen en migranten bij ons meer open dan andere gelovigen. Was het in de tijd van Jezus ook niet zo dat Hij meer geloof vond bij niet-Joden. Anderzijds wil Jezus geen aandacht trekken door sensatie of spektakel en nog minder door macht en aanzien. Hij heeft alleen nood aan mensen die in alle eenvoud hun hart laten raken, open blijven voor tekenen die God doet, voldoende leeg zijn aan zichzelf om een roep van Godswege weerklank te laten vinden in hun hart. Zo’n mensen waren die wijzen. We stellen ons voor dat zij sterrenkundigen waren, want dat was in de beschavingen van toen een belangrijke wetenschap. Maar God kan voor elke mens ergens een teken doen, welk beroep, welke interesse, welke begaafdheid hij ook heeft. Als het hart maar open is voor het wondere dat er kan gebeuren. Die wijzen hadden in zich het hart bewaard van een kind. 

Eerst alleen, dan samen op weg

Ja, ze voelen zich opgeroepen om die bijzondere ster te volgen. Iets onweerstaanbaar laat hen niet met rust, de overtuiging groeit dat God iets bijzonder van hen verwacht. En hoewel zij niet alles kunnen verklaren, niet weten waar hun tocht zal op uitlopen of wat ze onderweg zullen tegenkomen, neemt elke wijze, onafhankelijk van de anderen, het besluit: ja, ik ga op weg, ook al verklaren mijn medemensen mij gek, al krijg ik gespot en verwijten naar mij geslingerd, al wordt dit een avontuur met veel onbekenden, ik vertrek, ik laat alles achter, ik neem geschenken mee, ik wil de pasgeboren Koning de hem verschuldigde eer brengen. En ieder gaat op weg, tot zij – na al een heel eind de ster gevolgd te zijn - op een bepaald moment elkaar ontmoeten. Wat een vreugde moet dat geweest zijn, hoe bemoedigend om samen verder op weg te gaan. En is dat ook niet een kenmerk van een christelijke gemeenschap? Mensen die vanuit een verschillende achtergrond de waarde van het christelijk geloof mochten ontdekken en daarom samenkomen, samen op weg gaan, als pelgrims van hoop. Als wij elkaars geloofsweg zouden beluisteren, dan zou dit kenmerk van de christelijke gemeenschap goed tot uiting komen, denk ik.   

Jerusalem, Jerusalem

En dan is de ster plots weg. Ze zijn in Jerusalem. Natuurlijk, daar zal de pasgeboren koning te vinden zijn, denken ze. Wat kunnen ze beter doen dan na te vragen bij de koning zelf. Ze worden welwillend onthaald. Maar de koning weet helemaal niets af van een nieuwe pasgeboren koning. Hij is er helemaal door van streek. Hij doet een beroep op de Schriftgeleerden. Die weten het antwoord. In Bethlehem, daar moet de koning van de Joden geboren worden. Het belang van de Schrift kunnen we niet onderschatten. We blijven elke zondag luisteren naar passages uit de Schrift. Dat is een bron bij uitstek om te leren geloven. Maar geloof vraagt niet alleen een zekere verstandelijke kennis, maar vooral bereidheid om concreet in te gaan op een woord van God. Geloof zit in de benen, zei iemand. Hoewel de Schriftgeleerden wisten waar de Messias geboren moest worden, bleven ze gewoon in Jerusalem. Bethlehem was nochtans niet zo ver. Maar ze vonden het niet de moeite om toch eens te gaan kijken. 

Geschenken voor het gevonden Kind

Nee, de wijzen waren wel mensen van geloof. Van zodra ze zich op weg begaven was de ster daar weer en bracht hen naar de plaats waar het Kind zich bevond. Niets koninklijks dat zijn verblijf verraadde. Geen pracht en praal. Alles was eenvoud en nederigheid. De wijzen knielden neer en boden het Kind geschenken aan: goud, wierook en mirre. Goud: dat kan staan voor hun geloof in God. Het werd zo fel beproefd, maar ze zijn erdoor gelouterd. Wierook: dat kan staan voor hun hoopvol, volhardend gebed. Hoeveel hebben ze niet gebeden onderweg, hun verlangen gekoesterd, hun hoop levend gehouden midden alle moeilijkheden die ze tegenkwamen. En tenslotte de mirre: een welriekend kruid dat zowel gebruikt werd voor de liefdesrelatie en het bruiloftsfeest als voor het balsemen van het lichaam van overledenen. Daarom kan mirre beeld zijn van liefdevolle, tedere zorg voor onze kwetsbare en broze medemens. Zo kunnen we in de gaven van de wijzen de drie goddelijke deugden herkennen: geloof, hoop en liefde. 

Aanbidding maakt ons tot andere mensen

Tenslotte keerden de wijzen naar hun land terug, langs een andere weg, want een engel had hen gewaarschuwd voor de moordplannen van Herodes. We kunnen het ook zo begrijpen dat echte aanbidding een mens verandert, een mens anders verder doet gaan. Zou het ook zo kunnen zijn met ons Eucharistievieren: keren wij een beetje anders terug naar huis dan als wij gekomen zijn? Is de Eucharistie voor ons een echte ontmoeting met onze Heer en God, een ontmoeting in geloof en hoop waaruit liefde geboren wordt die teder is en sterk? 

Gezonden

De wijzen zijn zendelingen geworden voor de mensen van hun eigen land. Zoals Pinksteren het Paasfeest helemaal openbreekt naar de hele wereld toe, zo is het ook met Kerstmis, dat door het feest van de Openbaring een wereldwijde zending inhoudt. Ook dat is een kenmerk van de kerk: zij is in wezen missionair. Jezus wil alle mensen bereiken. De collecte van vandaag is dan ook bestemd voor de jonge Afrikaanse kerken. 

20 * C + M + B * 25

Ik besluit met nog iets praktisch. Er bestaat in vele landen de gewoonte om op het feest van de Driekoningen de huizen in te zegenen. Zoals de Israëlieten in Egypte hun deurposten instreken met het bloed van een lam om gespaard te blijven voor de tiende plaag, zo worden huizen elk jaar ingezegend om bescherming te ondervinden. Concreet gaan wij straks op het einde van de voorbeden een zegeningsgebed uitspreken over deze tekstkaartjes die op het einde van de mis bij de misdienaars kunnen worden opgehaald. Op zo’n kaartje staan de eerste letters van de drie wijzen: Caspar, Melchior en Balthasar. Het zijn ook de eerste letters van de Latijnse zin: Christus Mansionem Benedicat, wat wil zeggen: Christus zegene dit huis. Je kan zo’n kaartje gerust een tijdje aan binnenkant van jullie voordeur laten hangen.