Skip to content
Homilie

Homilie Pater Lukas Martens 29 maart 2025 : 4de zondag van de Veertigdagentijd C

En wij? Vertrouwen wij op de liefde van de Vader?

Homilie Pater Lukas Martens 29 maart 2025 : 4de zondag van de Veertigdagentijd C

Mooiste parabel 

Misschien hebben de meesten onder ons een tamelijk goede thuis gehad. Dat is kostbaar. Een thuis is een plaats waar men zichzelf mag zijn, waar men zich gewaardeerd mag weten om wie men is, waar men mag ervaren dat men om je geeft, je hoort erbij, men wil je niet missen. Men is om jou bekommert en men durft je daarom ook op minder goede kanten attent maken. Hoe goed is het dan iedere keer weer om thuis te komen. Als het ons niet gegeven is om bij mensen thuis te komen, dan we mogen in elk geval thuiskomen bij God. Dat wou de evangelist Lukas onderlijnen in de mooiste van alle parabels. 

Gods pijn 

Het is Gods pijn vast te stellen hoeveel moeite mensen hebben om bij Hem thuis te komen. Hoe weinig mensen kennen het hart van de Vader zoals Jezus ons dit heeft doen kennen? Laten we de parabel nog eens hernemen. 

De jongste zoon 

De jongste zoon kent het hart van zijn vader niet. Hij denkt dat de liefde verdiend moet worden. Daarom eist hij zijn deel van de erfenis op en zegt zijn vader vaarwel. Daarmee verklaart hij zijn vader dood, voor hem bestaat zijn vader niet meer. Deze zoon gaat zijn eigen weg maar komt terecht in diepe ellende. Als hij besluit naar zijn vader terug te keren is dat alleen om weer voldoende te eten te hebben. 

De oudste zoon

Ook de oudste zoon kent het hart van zijn vader niet. Ook hij denkt dat de liefde van de vader verdiend moet worden. Hij werkt en hij mort als anderen iets onverdiend van de vader ontvangen. 

Beiden, de oudste en jongste zoon, hebben dezelfde relatie tot hun vader. En de vader laat begaan, hij laat zijn zonen doen wat ze denken te moeten doen. Maar het is met pijn in het hart, want hij voelt dat zij niet open staan voor zijn liefde. Hun hart blijft gesloten, zijn liefde dringt er niet in door. Zij zijn beiden ongelukkig, verloren. De vader kan alleen met veel geduld wachten op de terugkeer van zijn zonen. Elke dag staat hij op uitkijk naar hun thuiskomst. 

Verzoend 

Als hij op een bepaalde dag zijn jongste zoon ziet aankomen, kan hij zich niet inhouden. Hij snelt naar hem toe, vliegt hem om de hals, kust hem hartelijk, laat hem het mooiste kleed aantrekken, met een ring aan zijn vinger en sandalen voor zijn voeten. De zoon krijgt geen kans om zijn zonden te belijden. Het feest begint. Paulus zegt het vandaag ook heel gebald: ‘God was het die in Christus de wereld met Zich verzoende. Hem die geen zonde heeft gekend, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij door Hem Gods eigen heiligheid zouden worden.’ Het is een formidabele zin die veel samenvat van het christelijk geloof. De God van de Bijbel is altijd uit op verzoening. Hij telt de fouten van zijn kinderen niet. Bij Hem komt het niet aan op verdiensten, zijn liefde is onvoorwaardelijk. Zou deze zoon dat nu eindelijk begrepen hebben? Komt hij eindelijk thuis in het hart van zijn vader? 

Die zoon van je… 

De oudste zoon heeft gewerkt op het land, komt thuis, hoort muziek en dans en verneemt dat zijn broer is thuisgekomen en dat men voor hem een feestmaal heeft aangericht. Hij wordt kwaad, wil niet naar binnen en het is de Vader die ook voor deze zoon naar buiten komt. Van die zoon krijgt hij te horen: ‘al zoveel jaar werk ik voor u en nooit heb ik uw geboden overtreden. Toch heb je mij nooit een bokje gegeven om met mijn vrienden te feesten. En nu die zoon van je is thuisgekomen…’  

Die zoon van je! Het feit dat hij zijn broer zo noemt is teken dat deze broer voor hem niet bestaat, zoals voor de jongste zijn vader niet bestond. Het antwoord van de vader is heel pakkend: ‘mijn jongen, jij bent altijd bij mij en alles wat van mij is, is ook van jou. Maar er moet feest zijn want die broer van je was dood en is levend geworden, verloren en is teruggevonden.’ Zal deze zoon zich nu gewonnen geven aan de liefde van zijn vader? Zal ook hij nu thuiskomen in het hart van zijn vader? En zal hij de zoon van zijn vader nu weer als zijn broer aanvaarden? Zal hij samen met hem feesten? 

Thuis mogen zijn bij God 

En wij? Vertrouwen wij op de liefde van de Vader? Durven wij ons door Hem bemind weten als één van zijn kinderen? In elke Eucharistie zegt God tegen ons: ‘Alles wat van Mij is, is ook van jou!’ ‘Alles wat van Hem is’, dat is zijn enige Zoon. Die Zoon wordt ons geschonken: ‘neemt en eet, neemt en drinkt.’ Onschatbare gave van de Vader aan ons mensen. Wij zijn hier samen als mensen die ooit het doopsel ontvingen. Zo zijn wij een nieuwe schepping, kinderen van God, bron van een onvoorwaardelijke Liefde. Laten we dan feest vieren omdat we thuis mogen zijn bij God. Laten we met elkaar de vreugde delen die het geloof ons schenkt.