Skip to content

De polsslag van de Karmel

Ervaring van Gods liefde

Als de polsslag van de Karmel kunnen we de ervaring van de liefde van God zien. Zij is het uitgangspunt en de horizon van haar spiritualiteit. Alles in de Karmel is erop gericht deze persoonlijke Godservaring mogelijk te maken. 

Voor Teresia van Avila, die de Karmel hervormde, is het persoonlijke, stille gebed de weg naar die ontmoeting met God. Het gebed is eerst spreken met Christus als met een vriend, tot deze liefdevolle uitwisseling evolueert naar een diepe, maar vruchtbare stilte. Soms wordt deze ‘contemplatie’ genoemd, of ‘mystiek’.

Deze geloofsbeleving wil de Karmel delen met anderen. Ze ziet het als haar taak — haar charisma — om deze spiritualiteit van gebed en diepere Godservaring door te geven aan iedereen die ervoor openstaat. 

 

God, mijn God, naar u blijf ik zoeken, mijn ziel dorst van verlangen naar U; al wat ik ben smacht naar U in een troosteloos dor land zonder water. Hoe zag ik in de tempel op U, om uw macht te ontwaren, uw grootheid: uw genade gaat boven dit leven.

Ps. 63,1-3

'Ik wil God zien'

Deze zin van Teresia van Avila vat de diepe impuls samen die de Karmel aandrijft: het verlangen God te ervaren en zich open te stellen voor zijn aanwezigheid en voor zijn werking. Zoals Maria zich opende voor God, zoals Jezus zelf zich opende voor God. God is een oneindig Mysterie dat we niet kunnen grijpen. Maar we kunnen ons wel laten grijpen door Hem, en dat is precies wat de Karmel in de stilte en en het gebed wil mogelijk maken. 

Hierin staat het luisteren centraal, met aandacht openstaan voor een Aanwezige, luisteren naar zijn Stem. Het is innerlijk gericht staan op het Woord dat Jezus is. Dit is zowel gehoor geven aan (luisteren naar) als gehoorzamen (Jezus navolgen). Je zou het contemplatieve leven in de Karmel kunnen omschrijven als: ‘luisterend leven’.

Dit uitkijken en luisteren wordt dagelijks ingeoefend en vloeit over in een leven dat innerlijk en uiterlijk antwoorden weet te formuleren op de vele vragen en uitdagingen van het leven, als enkeling maar ook als gemeenschap.

 

'Mijn enige dienst is de liefde'

Met deze uitdrukking van Jan van het Kruis wordt de diepe vrucht van dit zoeken en luisteren naar God duidelijk. De mens wil zichzelf overstijgen en naar de anderen, naar de wereld toegaan, maar dit is erg moeizaam. Het vraagt een langdurig groeiproces.  

Christenen vinden Jezus Gods Beeld bij uitstek en kijken graag naar Hem om zich door Hem te laten omvormen. De Karmel kijkt ook graag naar de Bijbelse profeet Elia, die brandt van vurige liefde voor God en Hem ervaart in de stilte.

De vele Karmelheiligen laten zien hoe wij geleidelijk aan in beslag worden genomen door de ontmoeting met God en door de groeiende vereniging met Hem. Hun voorbeeld en inspiratie helpt ons ‘kleine profeten van Gods grote liefde’ te worden.   

Het groeiproces waarover de spiritualiteit en mystiek van de Karmel spreekt maakt ons vrij om constructief mee te werken aan de opbouw van de gemeenschap. Zowel de kleine gemeenschap waarin we dagelijks leven, als de grote wereldgemeenschap waar we deel van uitmaken. Zo leidt contemplatie tot inzet. 

Men heeft de Karmel beschreven als: ‘bidden en leren bidden’. Ruimer geformuleerd zou dit zo kunnen klinken: Karmel is zich laten vormen door Gods liefde en anderen helpen zich te laten vormen door Gods liefde.

Ieder moet alleen in zijn cel, of in de nabijheid ervan verblijven, er dag en nacht de Wet des Heren overwegen en waken in gebed, tenzij hij door andere geoorloofde bezigheden in beslag genomen wordt.

Karmelregel

Daardoor wijst de profeet [Elia] duidelijk op het tweede doel van deze levenswijze: reeds hier op aarde enigszins op mystieke wijze in zijn hart de goddelijke tegenwoordigheid ervaren en de zoetheid van de hemelse glorie smaken.

Het Boek van de eerste monniken